Oldambt staat bekend als landbouwgebied. Afhankelijk van het moment dat je het gebied in gaat zie je verschillende kenmerken gewassen. De “Big 5” van dit gebied zijn:
Wintertarwe is tarwe die in het najaar wordt gezaaid, tussen oktober en december. Zomertarwe wordt in het voorjaar gezaaid (ergens tussen januari en maart). Allebei worden in de zomer geoogst. Wintertarwe heeft doorgaans een hogere opbrengst omdat het simpelweg meer tijd heeft gehad om te groeien.
Tarwe kerken je aan de loodrechte groei van de aren met tarwekorrels.
Vaak wordt gevraag dof Tarwe en Gerst hetzelfde is. Nee, het zijn beide graansoorten, maar niet dezelfde. Het zijn biologische gezien verschillende soorten. Gerst wordt veel gebruikt voor bier en whisky, door het eerste te verwerken tot mout. Gerst bevat weinig gluten, waardoor het minder geschikt is voor het bakken van brood. Het kan wel, maar dan krijg je tamelijk plat brood.
Koolzaad herken je natuurlijk direct: een groot knalgeel vlak van bloemen. Meestal zie je het in vol ornaat in april en mei. Daarna vormt de plant zaden die dan in juni en juli worden geoogst. De zaden worden geperst tot koolzaadolie. Hiervan kan onder andere biodiesel worden gemaakt.
Akkerbouwers verbouwen koolzaad echter vaak niet voor alleen voor de koolzaadopbrengst. Ook voor het verrijken van hun akkers is koolzaad nuttig. Als na koolzaad, wintertarwe wordt verbouwd, is de opbrengst meestal flink hoger; vaak wel 10% meeropbrengst.
Luzerne is een plant van ongeveer een meter hoog met een mooi paars bloemetje. Het wordt vooral gebruikt als veevoer, omdat het heel eiwitrijk is. Luzerne is een relatief onbekend gewas, boeren verdienen er vrijwel niets aan, maar toch wordt het veel verbouwd. Hoe zit dat? Dat komt omdat het een verrijkingsgewas is. Door het verbouwen van Luzerne wordt de kleigrond met allerlei stoffen verrijkt waardoor de tarwe-opbrengst weer flink hoger is, wanneer het er na op verbouwd wordt.
De biet, of beter, de suikerbiet, is in Nederland de belangrijkste bron van suiker. Bij de stad Groningen stonden tot voor kort twee (nu nog één) suikerfabrieken. Ieder jaar is er een periode dat ze Groningen maar al te goed kennen als de bietencampagne. Dit begint meestal in september en duurt zo'n 20 weken. Alleen dan ook zijn de fabrieken operationeel, omdat het een zeer kapitaalintensief proces is. Overal zie je dan stapels bieten op akkers liggen en rijden vrachtwagens af en aan om de bieten naar de fabriek te brengen, die er suiker van maakt.