Als je hier op de dijk klimt kijk je uit over de Dollard, onderdeel van Unesco Wereld Erfgoed Waddenzee. Een bijzonder gebied, want deze Unesco status deelt het gebied met de Grand Canyon, Himalya en Great Barrier Reef. Iets wat we ons niet altijd realiseren. Aan de overkant van het water zie je Duitsland liggen.
De Dollard maakt deel uit van het Unesco Wereld Erfgoed Waddenzee. De Waddenzee is ’s werelds grootste aaneengesloten systeem van zand- en moddervlakten die droogvallen tijdens eb. De Dollard is ontstaan in de Middeleeuwen ten gevolge van overstromingen en stormvloeden. Daarbij gingen grote delen van de oude districten Reiderland en Oldambt verloren. De Dollard is een zogenaamd estuarium. Dit is een verbrede monding van een rivier (in dit geval de Eems), waar zoet rivierwater en zout zeewater vermengen en een “kom” met brak water vormen. Door deze bijzondere watersoort heeft een estuarium een grote natuurwaarde waar soorten voorkomen die alleen in deze omstandigheden gedijen.
Door de vele overstromingen en stormvloeden zijn in de loop der tijden nog al wat dorpen, buurtschappen en kloosters verloren gegaan. Men spreekt hierbij over de verloren Dollardorpen, waar ook enige mystiek om heen bestaat. Van sommige verdronken dorpen is onduidelijk of ze eigenlijk wel hebben bestaan.
Links naar nog meer informatie
https://www.waddensea-worldheritage.org/nl
Moluks ’dorp’ in de polder
De weg erheen loopt dood. Aan de rand van Nederland, Hongerige Wolf voorbij, in de Carel Coenraadpolder, doemt uit het niets een plukje bomen op. De volksmond spreekt van het ’Ambonezenbosje’. Het bosje staat naamloos op de kaart, maar heeft een roerig verleden. Eerst stampen in 1923 werklozen de CC-polder, genoemd naar Commissaris der Koningin Carel Coenraad Geertsema, uit de grond en hokken daar in barakken. Dan bergt de Nederlandse overheid er na de oorlog NSB’ers op. Met mensenrechten neemt de kampleiding het niet zo nauw. Het kamp is berucht. Het gaat er 'ruig' aan toe, zo berichten maatschappelijk werksters na hun bezoek. Zij rapporteren: "De Carel Coenraad polder is een volkomen Duits kamp. V. (bedoeld is kampcommandant Verdam) zou als hij Duitser was een Oberscharführer zijn. V. gaat er prat op mensen te slaan.’" Weerbarstige NSB’ers legt hij aan de ketting en hij schroomt niet brandende peuken op hun wang uit te drukken. Hij bindt 35 kilo granaten aan hun lichaam om ontvluchten te voorkomen. Als dat ter ore komt aan de autoriteiten (toen het Militair Gezag) wordt Verdam in 1950 tot tien maanden cel veroordeeld.
Ambonezen
Drie jaar later, op 1 september 1953, arriveert een heel andere groep mensen in het uiterste puntje van Groningen. Ruim 300 gerepatrieerde Ambonezen vinden daar een -in hun ogen tijdelijk- onderkomen. Ver weg van de buitenwereld.
Met koffie en broodjes worden zij in die koude uithoek verwelkomd waarna beheerder Lokken hun barak (A t/m J) aanwijst. De Molukkers voelen zich er na enige tijd thuis. Zij zijn bij en met elkaar en dat voelt vertrouwd, alsof zij nog in hun dorp op Ambon wonen. Zij toveren een barak om tot kerk en een ander tot ziekenzaal, waar zuster Pattiasina tientallen kinderen ter wereld helpt. Ook richten zij een barak in tot schooltje. Twee klaslokalen telt hun school, één voor de laagste klassen en één voor klas drie en vier. Wie doorstroomt naar klas vijf of zes, wordt elke morgen met de schoolbus opgehaald en gaat naar Winschoten. Daar moet ieder kind verplicht schoolmelk drinken. Niet elk Moluks kind is daar gecharmeerd van. Sommige kinderen nemen het kleinst mogelijke kopje mee van huis. Bij tijd en wijle 'logeren' de kinderen een week in gezinnen in Finsterwolde om het Nederlandse gezinsleven te leren kennen en eten wat de pot schaft, dus soms ook stamppot boerenkool.
In het kamp staat heel ander eten op tafel. Bij slager Folkertsma in Finsterwolde kopen de vrouwen bij voorkeur koeienpens en koeienlongen en bereiden die daarna met bananen en steken er stokjes door. De mannen werken soms, maar niet van harte. Van hun loon gaat zestig procent naar het Commissariaat van Ambonezenzorg. In het kamp ontvangen zij drie gulden per week per volwassene en twee gulden per kind onder de eenentwintig.
Links voor nog meer informatie:
https://www.deverhalenvangroningen.nl/alle-verhalen/moluks-dorp-in-de-polder